Voldoende bewegen, óók ter voorkoming van wintertenen- of handen
Wintertenen of -handen oftewel perniones, komt gemiddeld slechts bij één tot twee op de duizend Nederlanders voor. Er is daarom niet zo heel veel kennis en informatie over beschikbaar. Onderzoeker (en huisarts) Ibo Souwer besloot daarom zelf onderzoek te doen: “De gemiddelde huisarts ziet jaarlijks vier patiënten met deze klachten, afhankelijk van hoe zwaar de winter is. Het is ook geen gevaarlijke aandoening, het gaat vanzelf weer over. Maar het is vooral erg hinderlijk.”
Souwer: “Onderzoek onder een aantal patiënten wees uit dat er meer leed werd veroorzaakt dan vooraf werd aangenomen. Mensen liepen tegen aanzienlijke beperkingen aan. Van iemand die niet langer een appel kon schillen, tot een boer die zijn koeien niet kon melken omdat hij niet op zijn voeten kon staan.”
Jeuk, branderig gevoel of pijn
Mensen die last hebben van wintertenen of -handen krijgen in de winter last van roodblauwe of paarsblauwe (soms gezwollen) plekken met jeuk, een branderig gevoel of pijn. De plekken kunnen op meerdere plaatsen ontstaan, van de neus of oren tot de voeten of het bovenbeen. Krabben kan blaren, ontstekingen of wonden tot gevolg hebben.
Om deze vervelende wintertenen of -handen voor te zijn, is het belangrijk om het lichaam warm te houden, eventueel met hulp van ademende en isolerende kleding. Bovendien lopen mensen die te weinig bewegen of mager zijn, meer risico.
Oorzaak
Uit de resultaten van het onderzoek bleek dat wintertenen of -handen mogelijk veroorzaakt worden door het evenwicht dat bewaard wordt tussen het behouden van een normale lichaamstemperatuur en het voorkomen van huidschade door afkoelen. “De bloedvaten trekken dan samen in de huid om de warmte vast te houden.”
Hierdoor blijft het lichaam warm, maar koelt de huid plaatselijk wel af. “In een tegenreactie verwijden de bloedvaten van de huid zich regelmatig. Als deze reactie wordt verstoord, dan kan dit mogelijk zorgen voor huidschade, zoals roodheid, pijn of jeuk.”
De aandoening is niet leeftijdsgebonden. Wel is aangetoond dat het in bepaalde families vaker voorkomt dan in andere.
Door: Dorothy Looman
Bron: Nu.nl
Meer weten? Bezoek onze informatiepagina’s