Matig intensieve inspanning volgens norm voor gezond bewegen en MET-waarde
We proberen ons er allemaal aan te houden, want het is goed voor ons: bewegen. Het lijkt iets van de laatste jaren. Dat klopt ook wel een beetje, gezien de stijging van bijvoorbeeld de zogenaamde zittende beroepen. Maar ook door de technologische vooruitgang lukt het ons om met weinig energieverbruik de dagelijkse ‘klusjes te klaren’ en onszelf van de eerste levensbehoeften te voorzien. Toch is deze tendens geen modeverschijnsel. Het is een terugkeer naar onze evolutionaire levenswijze; een actief bestaan. Inactiviteit is onnatuurlijk… Al in de 18e eeuw was het fenomeen ‘zittende beroepen’ een aandachtspunt. De Italiaanse arts Bernardino Ramazzini zette de negatieve gezondheidseffecten van zittende beroepen toen al op de kaart. Deze eerste arbeidsgeneesheer registreerde namelijk bepaalde gezondheidsproblemen die wel bij schoenmakers, klerenmakers en andere zittende beroepen, maar niet bij ‘running postmen’ (postbodes) voorkwamen en pleitte voor fysieke inspanning als onderdeel van het dagelijks leven.
Bewust van voordelen fysieke inspanning
Ondanks de opkomst van de technologische middelen lijkt het erop dat het aantal inactieve mensen afneemt. We zijn ons bewust van de positieve uitwerking van fysieke inspanning op onze gezondheid en we bewegen meer in onze vrije tijd. Gek genoeg neemt het aantal mensen met overgewicht en andere chronische aandoeningen toe. Waarschijnlijk komt dit door
✅ de minimale energie die we vanwege de technologische vooruitgang nog maar hoeven te gebruiken om te kunnen leven en
✅ de toename van zittende beroepen, waardoor de totale energievraag van ons lichaam afneemt. Per saldo zijn we dus niet actiever, met alle gezondheidsgevolgen van dien….
De norm voor gezond bewegen is een matig intensieve inspanning van minstens 30 minuten per dag, 5 of meer dagen per week. Hierdoor wordt het risico op chronische aandoeningen verlaagd. Maar wanneer is een inspanning ‘matig intensief’? Dit is voor iedere leeftijdsgroep anders. De mate van ons energieverbruik (en dus ook de stofwisseling) wordt aangeduid als ‘metabolic equivalent’ (MET). (De MET-waarde is een meeteenheid binnen de fysiologie voor de hoeveelheid energie die een bepaalde fysieke inspanning kost ten opzichte van de hoeveelheid benodigde energie in rust. Wikipedia) In rusttoestand is het energieverbruik gelijk aan 1 MET. Matig intensief inspannen, uitgedrukt in METs, heeft volgens de norm gezond bewegen voor een volwassen persoon een MET-waarde tussen de 4-6,5 METs, voor kinderen 5-8 METs en voor 55-plussers 3-5 METs.
Activiteiten met bijbehorende MET-waarden
Activiteiten | MET-waarde |
Rusten, liggen, zitten, eten, spreken | 1,0 |
Afwassen, strijken | 2,5 |
Schoonmaak huishouden | 3,0 |
Gras maaien | 6,0 |
Typen | 1,5 |
Piano spelen | 2,5 |
Auto rijden | 2,0 |
Wandelen—4 km/h | 3,0 |
Wandelen—5 km/h | 4,0 |
Fietsen—12 km/h | 4,0 |
Fietsen—16 km/h | 6,5 |
Fietsen—22 km/h | 10,0 |
Joggen—10 km/h | 10,0 |
Hardlopen—13 km/h | 13,5 |
Volleybal, zaal | 6,0 |
Tennis, single | 7,5 |
Hockey, veld | 8,0 |
Zwemmen (crawl) 1 km/h | 5,0 |
Zwemmen (crawl) 3 km/h | 20,0 |
Schaatsen, algemeen | 7,0 |
Geschreven door: Dorothy Looman Bron: Corpus Mentis.nl |
Meer weten? Bezoek onze informatiepagina’s